Influenza
Een vaccinatie tegen influenza is verplicht wanneer het paard uitgebracht wordt op wedstrijden, maar het is zeker ook verstandig om uw paard te vaccineren wanneer u niet met uw paard op pad gaat. Vaak is de vaccinatie tegen influenza gecombineerd met de vaccinatie tegen tetanus. De meeste vaccins geven een goede bescherming tegen influenza gedurende 9 maanden. Daarom is eenmaal per jaar vaccineren eigenlijk niet voldoende voor een paard dat veel in contact komt met andere paarden van verschillende locaties.
Basisvaccinatie
De eerste keer dat een paard gevaccineerd wordt tegen influenza moet de vaccinatie na 4 tot 6 weken herhaald worden. Dit is nodig om het immuunsysteem te prikkelen om een voldoende beschermingsniveau te bereiken.
Eerste enting veulen
Veulens kunnen vanaf een leeftijd van ongeveer 6 maanden gevaccineerd worden. Het enten van jongere veulens is minder effectief omdat de afweerstoffen die het veulen opgenomen heeft uit de biest van de merrie de enting onschadelijk maken. Het gevolg hiervan zou zijn dat het veulen zelf onvoldoende weerstand op bouwt tegen de ziektes waarvoor je vaccineert. Bij veulens wordt altijd aangeraden om de enting na 4 tot 6 weken te herhalen om zo het gewenste beschermingsniveau te bereiken. Dit geld dus ook als basisvaccinatie.
Enting verlopen?
Wanneer de laatste vaccinatie langer dan een jaar geleden is, moet het paard opnieuw een basisenting krijgen. Dit is nodig om weer voldoende weerstand op te bouwen.
Equine Herpesvirus (EHV) | Rhinopneumonie
De enting geeft alleen bescherming tegen de verkoudheid en de abortus variant. Deze bescherming is niet 100%, maar geeft wel sterke vermindering van de symptomen en de uitscheiding van het virus door besmette paarden.
Entschema luchtwegproblemen
Net als bij elke andere enting moet er eerst een basisvaccinatie worden toegediend. Vier tot zes weken na de eerste enting kan de tweede enting worden toegediend. De vaccinatie dient tweemaal per jaar herhaald te worden. Veulens kunnen vanaf een leeftijd van ongeveer 6 maanden worden geënt tegen Rhinopneumonie.
Entschema abortus
Om de kans op abortus ten gevolge van een Rhinopneumonie-infectie te verminderen kan een merrie op de vijfde, zevende en negende maand van de dracht worden gevaccineerd.
Westnijlvirus
Als je paard alleen in Nederland blijft, loopt hij op dit moment nog geen gevaar. Niemand kan voorspellen wanneer de muggen wel in Nederland komen. Het is dus een zeer persoonlijke keuze om nu wel of niet te vaccineren tegen het Westnijlvirus. Veulens kunnen vanaf 6 maanden leeftijd gevaccineerd worden. De basisvaccinatie bestaat uit twee entingen met drie tot vijf weken tussentijd. De vaccinatie dient jaarlijks herhaald te worden.
Schimmelenting | Insol
De insolenting kan als enige enting niet alleen worden gebruikt om het paard te beschermen tegen schimmelinfecties, maar ook bij de behandeling van schimmelinfecties. Een schimmelinfectie begint meestal met kleine bultjes en rechtovereind staande haren. Later ontstaan er ronde, kale, schilferige plekken, die vanuit het midden genezen. In principe veroorzaakt een schimmelinfectie weinig tot geen jeuk. Schimmelplekjes worden vaak gezien op plekken waar het zadel en hoofdstel zit. Voorheen ging het behandelen van schimmelinfecties met behulp van shampoos, wat een aantal keer herhaald moesten worden. Het voordeel van de insol-enting is dat het minder arbeidsintensief is, vaak beter werkt bij hardnekkige schimmel en dat het een preventieve werking heeft gedurende minimaal 9 maanden.
Entschema Insol
Veulens kunnen vanaf een leeftijd van 5 maanden worden gevaccineerd. De basisvaccinatie bestaat uit een tweetal injecties met twee weken ertussen. Om beschermd te blijven moeten paarden elke 9 maanden opnieuw tweemaal met twee weken ertussen gevaccineerd worden. Het is verstandig om borstels, zadeldekjes en dekens te reinigen om herbesmetting te voorkomen.
Vaccinatie en wedstrijdsport
Afhankelijk van de organiserende instantie kunnen er verschillende eisen aan de vaccinatie gesteld worden. Het is aan te raden om regelmatig op de website van de organiserende instanties te kijken, omdat de reglementen kunnen veranderen.
Vaccinatieregels KNHS
In het paspoort moet een geldig overzicht zijn geregistreerd van de aan het paard of de pony toegediende vaccinaties, inclusief de verplicht gestelde vaccinaties tegen influenza. De basisvaccinatie tegen influenza bestaat uit twee inentingen, die minimaal 21 en maximaal 92 dagen na elkaar moeten zijn toegediend. In de periode tussen deze twee entingen mag niet aan wedstrijden worden deelgenomen. Nieuw is een derde basisenting, die mag niet later dan 6 maanden na de 2e enting gegeven worden. Vervolgens moet jaarlijks (niet later dan 12 maanden na de vorige enting) de vervolgenting zijn gegeven.
Een vaccinatie dient minimaal zes dagen voor de (eerste) wedstrijd(dag) te zijn toegediend. Vermeldingen van vaccinaties zijn pas geldig als deze zijn voorzien van de entingdatum met handtekening en (praktijk)stempel van de dierenarts. Wanneer de basisenting en de vervolgentingen vroeger in een afzonderlijk vaccinatieboekje zijn vastgelegd, moet de dierenarts de volgende tekst in het Paardenpaspoort opnemen: “The vaccination history of this horse/pony is correct. Last vaccination on: DATUM”. In het paspoort van paarden of pony’s die uitsluitend tijdens KNHS-wedstrijden worden uitgebracht volstaat de regel in het Nederlands ook. De Engelse of Nederlandse regel moet wel zijn afgetekend en afgestempeld door de dierenarts. Per 1 april 2007 dient de sticker met het batchnummer van de entstof (van de vaccinatie) in het paspoort te zijn geplakt door de dierenarts. Vaccinaties die op of na 1 april 2007 zijn gegeven moeten dus zijn voorzien van deze sticker, voor vaccinaties die voor 1 april 2007 zijn gegeven geldt dit niet.
Vaccinatieregels FEI
Alle paarden die gaan deelnemen aan een FEI-evenement moeten op zijn minst een basisenting paardeninfluenza hebben ondergaan. De basisenting bestaat uit een set van twee entingen, de tweede enting moet zijn gegeven tussen 21 en 92 dagen, na de eerste enting. Een derde enting moet gegeven worden binnen 6 maanden en 21 dagen na de tweede enting. Hierna moet het paard minimaal jaarlijks geënt worden tegen influenza.
Wanneer het paard zal gaan deelnemen aan een FEI-evenement, moet de laatste enting zijn gegeven niet eerder dan 6 maanden en 21 dagen voor het begin van het evenement c.q. aankomst in de stallen, uitgaande van datgene wat het eerst plaatsvindt. Entingen moeten bovendien tenminste 7 dagen vóór het begin van evenement c.q. aankomst in de stallen zijn gegeven. Paarden die voor januari 2005 volgens het oude FEI-reglement correct geënt waren hoeven niet opnieuw een reeks van basisentingen te ontvangen, mits zij jaarlijks correct geënt zijn en maximaal 6 maanden en 21 dagen voor het begin van het evenement geënt zijn.